2024-12-31 Stulpheide, een jaartje in nachtvlindervlucht

Stulpheide 2024, een jaartje in nachtvlindervlucht

'Een draak van een avond'

31 december 2024, door Violet Middelman & Remco Vos

 

In 2024 hebben we, met vergunning van Staatsbosbeheer, weer (nacht)vlinderinventarisaties mogen doen op de Stulpheide. Tijdens de weinige avonden die we in 2024 geweest zijn vielen de resultaten ook nog tegen, maar gelukkig was er overdag nog genoeg te vinden.

 

Een soort die wij bijna nooit op het laken aantreffen, maar wel als rups en ei vinden op de Stulpheide is de heideringelrups. Ondanks dat deze hier zo veel voorkomt, vinden wij deze niet in de andere gebieden in onze omgeving. Wat is er dan anders aan die gebieden? Ze zitten hier voornamelijk op de droge heidegedeelten en minder tot bijna niet op de natte delen. Dat is toch heel erg gelijk aan de situatie op de Stompert. Maar daar zit deze soort niet. De dichtstbijzijnde locaties zijn een  heidegebied bij Leusden en het Leersumse Veld, beide natte heidegebieden. Maakt dat laatste dan het verschil dat de soort er zich wel of niet kan handhaven?

Eind vorig jaar hadden we al op meerdere plekken de ei-pakketten gevonden en begin/half mei troffen we daar meerdere clusters met rupsen aan. In oktober vonden we weer een ei-pakket, dus waarschijnlijk kruipen de rupsen en vliegen de imago’s van deze soort ook in 2025 weer op de Stulpheide.


Rupsen van de heideringelrups - Malacosoma castrensis (foto Remco Vos)


Eitjes van de  Heideringelrups - Malacosoma castrensis (foto Remco Vos)

 

Op 11 mei stonden we voor de eerste maal dit jaar met de lakenopstelling op de Stulpheide, het was geen geweldige avond en we kwamen dan ook niet boven de 50 soorten uit. Er sprong wel één soort enorm bovenuit, de draak. Waarschijnlijk was deze avond, DE AVOND voor deze soort om massaal tevoorschijn te komen. Aan het eind van de avond zaten er 108 (!!) exemplaren op het laken. Nooit eerder hadden wij er zoveel op één avond gehad, hooguit 20 stuks.
Het was dus eigenlijk een 'draak' van een avond.


Imago van de draak - Harpyia milhauseri (foto Remco Vos)

 

Een soort met een vrij vroege piektijd, half/eind mei, is de getande spanner. Deze soort zien wij vrijwel jaarlijks in een van de gebieden waar wij inventariseren. Meestal zien we dan maar 1 of 2 exemplaren. Op 11 mei, kwamen er vijf exemplaren op het licht af. Het is een vrij algemene soort, De rupsen hebben een groot scala aan waardplanten op het menu staan, zoals o.a. Els, Berk, Es, Eik, Appel, Sleedoorn en Wilg. Ondanks dat dit dus veel voorkomende houtachtigen zijn, is het geen veel voorkomende soort. Ze worden voornamelijk op de zandgronden en in de duinen gezien.


Imago van de Getande spanner - Odontopera bidentata (foto Remco Vos)

 

Een nieuwe soort voor ons op de Stulpheide is de tweestreepoogbladroller, een zeldzame soort die voornamelijk in het oostelijke deel van het land gezien wordt. In de provincie Utrecht zijn een tiental waarnemingen van deze soort. Dus voor deze omgeving een leuke soort om aan te treffen. Mogelijk is deze soort in het eind van de jaren dertig van de vorige eeuw hier voor het laatst aangetroffen. Twee jaar geleden, in 2022, zat er een exemplaar op ons laken in onze eigen tuin. Dus helemaal nieuw voor deze omgeving is de soort dan ook weer niet. De soort is gebonden aan Larix.


Imago van de tweestreepoogbladroller-  Epinotia granitana (foto Remco Vos)

 

De tweede avond in het jaar, op 29 juni, met lakenopstelling en smeer bracht ons wederom op zo’n 50 soorten. Deze avond bracht geen bijzondere soorten   en viel eigenlijk tegen, op het aangebrachte smeer kwam zelfs geen enkele vlinder af. Van de meeste soorten hadden we ook maar 1 of enkele exemplaren, het rozenblaadje stak er ver boven uit met 23 stuks. Daarnaast zijn het gewoon mooie vlindertjes om te zien.


Imago’s van het rozenblaadje -Miltochrista miniata (foto Remco Vos)

 

Een van mijn, Remco, favoriete bladmineerders is toch wel de bosbesmineermot. Doordat deze vrij lastig te vinden is op de kleine blaadjes van de blauwe bosbes, zijn we altijd weer blij als we deze toch weer hebben gevonden. De mijntjes zijn vaak ook wel mooi gevormd en soms zit er ook nog een klein rupsje in de blaadjes. Het is een zeldzame soort, die voornamelijk op de Veluwe, Drenthe en de Utrechtse Heuvelrug gevonden wordt. De laatste keer dat wij deze op de Stulpheide gevonden hadden was in 2016. Op 17 augustus vonden we meerdere mijnen, enkele met een rupsje. Dus gelukkig heeft de soort er zich kunnen handhaven en komt deze er nog steeds voor.


Mijn met rups van de bosbesmineermot - Stigmella myrtillella (foto Remco Vos)

 

Op 16 oktober vloog er tijdens een korte wandeling over de heide niet zo heel veel meer, maar als er dan wat vliegt kan dat wel interessant zijn. Dat waren niet de twee koolmotjes (Plutella xylostella) die we die dag zagen, maar wel de variabele heidebladroller. In de meeste gevallen zien we deze soort in het voorjaar, maart/april, vliegen, soms een enkele keer in oktober, nu dus weer. De soort overwintert als imago en vliegt van september tot medio april, en komt voornamelijk op heideterreinen op de binnenlandse zandgronden en in de duinen voor. Het was ook enige jaren geleden, in 2021 voor het laatst, dat we deze soort hier zagen, maar ook deze kan zich dus handhaven op de heide van de Stulp.

 

Imago van de variabele heidebladroller – Acleris hyemana (foto Remco Vos)

 

Die dag vloog er dan wel niet zo veel, er kropen wel enorm veel rupsen rond. Naast de eitjes van de eerder genoemde heideringelrups troffen we op een vrij klein stuk van de heide, bijna 100 rupsen aan van de veelvraat. In andere gebieden hadden we dit jaar al veel rupsen van deze soort gevonden, maar niet zoveel als hier. In de voorgaande jaren zagen we deze soort niet in die hoeveelheden. Nu eens zien of deze ontwikkeling qua aantallen de komende jaren doorzet, en we ze volgend jaar veel als imago zien of nog meer rupsen gaan vinden. Of dat het een eenmalige opleving was voor deze soort.

 

Rups van de veelvraat - Macrothylacia rubi (foto Remco Vos)

 

Dit jaar hebben we maar twee keer met de lichtopstelling in het gebied gestaan, en meerdere malen hebben we overdag door het gebied gelopen. Het totaal aantal soorten nachtvlinders dat we in 2024 hebben gezien is uitgekomen op 125. Veel minder dan in andere jaren, maar we hadden dit jaar niet de beste omstandigheden tijdens onze, helaas maar enkele, nachtelijke inventarisaties op de Stulpheide. Er waren dit jaar in dit gebied wel enkele uitschieters bij qua aantallen maar over het algemeen was het beeld niet al te goed. Hopelijk worden de komende jaren beter, en kunnen wij ook weer op meer momenten inventariseren waardoor een completer beeld over het jaar heen bereikt kan worden.


We danken Staatsbosbeheer voor het verstrekken van de vergunning zodat we deze inventarisaties in het gebied konden doen.

 

Imago van Heideringelrups - Malacosoma castrensis, vrouwtje (foto Remco Vos)



Geraadpleegde bronnen o.a.


www.microvlinders.nl


www.vlinderstichting.nl


www.lepiforum.de/lepiwiki.pl