Vlinders Eemland
Soesterveen & Op Hees 2024, een jaartje in nachtvlindervlucht
31 december 2024, door Violet Middelman & Remco Vos
In 2024 hebben we in het Soesterveen weer, met vergunning, inventarisaties naar nachtvlinders gedaan. Doordat het gebied het laatste hoogveengebied in de Provincie Utrecht is en er enkele jaren terug een uitbreiding is geweest blijft het uitermate interessant om de ontwikkelingen te volgen. Naast onze inventarisaties waren we in de winterperiode ook eenmaal per maand te vinden in het Soesterveen om dan met een grote groep vrijwilligers, (waar er nooit genoeg van kunnen zijn, dus laat het ons weten als je dit ook wilt).
Het was in jaren niet zo nat geweest, vanaf september 2023 tot ergens in het voorjaar van 2024 was het bijna niet droog geweest. Dat was te merken in het Soesterveen, het toegangspad was met de auto niet goed te berijden en ook het pad waar we normaal gesproken het gebied inliepen was een grote waterplas geworden. Tot aan het eind van het jaar was deze nog steeds niet veel droger. In al die jaren hebben we dat niet eerder gezien.
Het toegangspad het Soesterveen in (foto Remco Vos)
Tegenover het Soesterveen ligt het bosgebied Op Hees, ook in eigendom van Natuurmonumenten, en ook zeker de moeite waard om te bezoeken. Langs de Turfweg staan in de berm onder andere enkele soorten orchideeën, ereprijs, helmkruid en bosandoorn. Op 18 mei troffen we op ereprijs een imago van de kleine parelmot (Glyphipterix simpliciella) en enkele exemplaren van de dwerglangsprietmot, een zeldzame soort en heel kleine vlindersoort, die op meerdere plekken in Eemland gevonden kan worden. Op de bosandoorn zagen we wat vraatsporen van kokermotjes zitten, en door even goed de bladeren en stengels af te speuren, zagen we meerdere kokertjes met daarin rupsjes van de andoornkokermot. Enkele dagen hiervoor hadden we deze voor het eerst als koker gevonden in onze tuin. In 2020 hadden we, in onze tuin, al eens een imago in onze lichtval gehad. Later in het jaar vonden we de soort op meer plekken.
De rupsjes zijn ook in het najaar/winter als jonge rupsjes te vinden op de andoorn, in het voorjaar zijn de kokertjes, en de rupsjes, groter. De larven zijn eind mei/eind juni volgroeid. De imago’s vliegen in juni tot en met augustus, met een piek in juli.
Koker van de andoornkokermot - Coleophora lineolea (foto Remco Vos)
Op 18 mei gingen we ook nog even het veengebied in, en vonden hier, net als in veel andere gebieden, meerdere rupsjes van de bruine metaalvlinder (Rhagades pruni). Daarnaast een imago en eitjes van de veelvraat (Macrothylacia rubi), en nog 1 exemplaar van de zeldzame bosbesbladroller (Rhopobota myrtillana). Enkele weken hiervoor vlogen er zeker 5 stuks bij de bosbesstruikjes. Achteraan in het Soesterveen is een klein stukje bos en daar was de mooiste vondst. In een berkenzwam (Piptoporus betulinus) vonden we een rupsje, met de leuke naam zwamneusje. Vorig jaar hadden we deze zeer zeldzame soort al in een ander gebied gevonden, maar nu dus ook in het Soesterveen. Op een andere berkenzwam zat een leuk kevertje, dit bleek de eveneens zeer zeldzame Thymalus limbatus te zijn (zie foto onderaan de pagina). Dit laat dus mooi zien dat paddenstoelen ook belangrijk zijn voor insecten.
Rups van het zwamneusje - Montescardia tessulatellus (foto Remco Vos)
Op 3 augustus konden we dit jaar eindelijk met de lichtopstelling in het Soesterveen staan, eerder waren we nog niet in de gelegenheid of waren de omstandigheden niet goed genoeg. Iets voor 22.00 uur deden we de lamp aan en al snel kwamen de eerste vlinders op het licht af. Het waren de wat algemenere soorten die we hier vaak zien, zoals de hennepnetelspanner (Perizoma alchemillata), eikentopspinselmot (Acrobasis consociella), rozenblaadje (Miltochrista miniata) en muisbeertje (Pelosia muscerda). Er kwamen ook 4 exemplaren van de eikenprocessierups op het licht af, deze heeft hebben we dit jaar niet veel aangetroffen, ook op andere plekken hebben we deze soort bijna niet gezien. Gelukkig gaat de Gemeente Soest vanaf 2025 stoppen met het preventief bestrijden van de rupsen.
Imago van de eikenprocessierups - Thaumetopoea processionea (foto Remco Vos)
Het goudvenstertje is een soort die wij, in onze omgeving, voornamelijk in het Soesterveen zien. Op zich ook niet zo vreemd want de waardplanten zijn soorten die veel voorkomen in vochtige gebieden, zoals verschillende soorten Zegge (Carex), Grote egelskop (Sparganium erectum), Gele lis (Iris pseudacorus) en Grote waterweegbree (Alisma plantago-aquatica).
Imago van het goudvenstertje - Plusia festucae (foto Remco Vos)
Een soort die we nog niet eerder in het Soesterveen gezien hadden, is de oranje dwergspanner. Op de vliegbasis Soesterberg zien we deze soort vanaf 2016 jaarlijks op het laken. Daarnaast zijn er nog enkele andere locaties waar we deze soort zien, verder zijn er in de provincie Utrecht niet heel veel andere plekken waar deze gezien wordt. De rupsen leven van juli tot november vooral op duizendblad (Achillea millefolium), maar ook diverse andere soorten kruidachtige planten zoals bijvoet (Artemisia vulgaris) en boerenwormkruid (Tanacetum vulgare). Of dit een eenmalig langstrekkend exemplaar was of dat het een blijvertje in het Soesterveen is, zal over enkele jaren waarschijnlijk wel blijken.
Imago van de oranje dwergspanner - Eupithecia icterata (foto Remco Vos)
Een vrij algemene soort die we sinds 2016 elk jaar in het Soesterveen op het laken zien is de kleine groenuil. Het zijn vrij kleine, lichtgroene vlindertjes met een wittte/crèmekleurige vleugelrand. Aardig wat microvlinders zijn groter dan deze soort. We zien deze soort hier meer dan de zilveren groenuil
(Pseudoips prasinana), die wat algemener is dan de kleine groenuil.
.
Dat de kleine groenuil hier voorkomt is op zich niet zo vreemd, aangezien er in het gebied aardig wat jonge wilgen staan en dat is de waardplant van deze soort. De rupsjes zijn van juni tot in oktober te vinden, en het imago vliegt vanaf eind april tot begin oktober.
Imago van de kleine groenuil - Earias clorana (foto Remco Vos)
In 2024 hebben we in dit gebied 112 soorten nachtvlinders gezien, veel minder dan we in de afgelopen jaren gezien hebben. Maar doordat we door omstandigheden maar eenmaal met de lichtopstelling hebben gestaan, en omdat we ook nog eens vroegtijdig moesten stoppen, heeft dat voor het lagere aantal gezorgd. Wel hebben we dit jaar 4 nieuwe soorten voor het gebied gevonden en is het totaal aantal soorten dat wij tot en met 2024 in het Soesterveen gezien hebben hierdoor uitgekomen op 639.
We danken Natuurmonumenten voor het verstrekken van de vergunning zodat we deze inventarisaties in het gebied konden doen.
Imago van Thymalus limbatus (foto Remco Vos)
Als je wilt helpen om het Soesterveen te behouden, kijk dan op de site van Natuurmonumenten en meld je aan!! We kunnen je hulp goed gebruiken om dit bijzondere gebied te behouden.
Geraadpleegde bronnen o.a.